• søn·dags·barn
  • Samenstelling van de Deense zelfstandige naamwoorden søndag en barn met het invoegsel -s-
Naar frequentie zeldzaam
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   søndagsbarn     søndagsbarnet     søndagsbørn     søndagsbørnene  
genitief   søndagsbarns     søndagsbarnets     søndagsbørns     søndagsbørnenes  

søndagsbarn, o

  1. gelukskind, zondagskind



  • søn·dags·barn
  • Samenstelling van de Noorse zelfstandige naamwoorden søndag en barn met het invoegsel -s-
Naar frequentie zeldzaam
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   søndagsbarn     søndagsbarnet     søndagsbarn     søndagsbarnene  
genitief   søndagsbarns     søndagsbarnets     søndagsbarns     søndagsbarnenes  

søndagsbarn, o

  1. gelukskind, zondagskind

søndagsbarn

  1. nominatief onbepaald onzijdig meervoud van søndagsbarn