• rus·tig·jes

rustigjes

  1. op een heel erg rustige manier
    • Wat later lunchen we, met meegegeven pakketten, rustigjes op een van de twee daartoe aangewezen plekken. Een klein meertje vlakbij, ibissen op de oever, een pelikaan dobberend in het water, terwijl rondom ons de wanden van de aloude krater omhoog rijzen. [1] 
    • De NEDC is een puur theoretische verbruiksberekening, waarbij een zeer irreële 'rit' op de testbank wordt afgelegd. Vier keer wordt er een stadstraject afgelegd, waarbij héél rustigjes tot 50 km/u wordt geaccelereerd en daarna volgt er één buitenwegtraject. Waarbij maximaal heel eventjes de 120 wordt aangetikt. Over de versnelling van 50 naar 120 km/u doen de testrijders (want dat zijn het) in die meting méér dan 2,5 minuut. [2] 
76 % van de Nederlanders;
43 % van de Vlamingen.[3]
  1. De Telegraaf BERTJAN TER BRAAK 09 feb. 2015 Luxe Wildernis
  2. De Telegraaf 08 mei 2015 Autofabrikanten vragen uitstel nieuwe meetmethode brandstofverbruik
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be