• quiet·ly
  • Afleiding van het Engelse bijvoeglijke naamwoord quiet met het achtervoegsel -ly.

quietly

  1. kalm, op zijn gemak, rustig, stil
  • to sit quietly
stilzitten
  • to talk quietly
zachtjes praten
  • to wait quietly
kalm wachten
  • as quietly as may be
zo stil mogelijk