russofoob
- rus·so·foob
stellend | |
---|---|
onverbogen | russofoob |
verbogen | russofobe |
partitief | russofoobs |
russofoob
- (politiek) een sterke afkeer van de Russen aan de dag leggend
- Dat was echt een russofobe opmerking.
1. een sterke afkeer van of angst voor de Russen aan de dag leggend
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | russofoob | russofoben |
verkleinwoord | - | - |
russofoob m
- (politiek) iemand die Russen haat of een sterke afkeer voor hen aan de dag legt
- Tjonge, wat ben jij een russofoob!
- Het woord 'russofoob' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
russofoob