Nederlands

markt voor het uitwisselen van goederen zonder tussenkomst van geld
Uitspraak
Woordafbreking
  • ruil·beurs
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ruilbeurs ruilbeurzen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de ruilbeursv / m

  1. markt voor het uitwisselen van goederen zonder tussenkomst van geld
    • Over Reynders gesproken: waarom is het een schande dat de Saudi’s deel zullen uitmaken van de VN-commissie voor de status van de vrouw, vraagt Mia Doornaert zich af in haar column. De Verenigde Naties zijn wat ze zijn. Lidmaatschap vereist geen enkele kwaliteit. Het is gewoon een diplomatieke ruilbeurs. Interessant tegendraads. [2] 
    • De natuurbelevingsdag in Zwillbrock is zondag van 11 tot 17 uur. Bezoekers kunnen zich met paard en wagen het veen in laten rijden. Er is ook aandacht voor plantaardige zaken, tot en met aanbod voor tuinliefhebbers. Op dat laatste vlak is er een ruilbeurs waarop tuinliefhebbers zaad en stekjes kunnen uitwisselen. [3] 
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. de Standaard 06/mei/2017
  3. Tubantia Peter Zandee 21-april-2017