rozenkransje
- ro·zen·krans·je
- [1] afgeleid van rozenkrans zn met het achtervoegsel -je
- [2] omdat er kransjes van werden gevlochten, die het huis waarin ze hingen zouden beschermen tegen de bliksem [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rozenkrans | rozenkransen |
verkleinwoord | rozenkransje | rozenkransjes |
het rozenkransje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord rozenkrans
- dim. tant. (plantkunde) bepaald soort vaste plant, Antennaria dioica uit de composietenfamilie
- Het woord rozenkransje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- [2] rozenkransje in het Nederlands Soortenregister N
- [2] rozenkransje op Wikidata
- [2] rozenkransje op "Wilde planten in Nederland en België" ♣