Nederlands

 
Rozenhoutboom
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • ro·zen·hout·boom
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord rozenhoutboom rozenhoutbomen
verkleinwoord rozenhoutboompje rozenhoutboompjes

Zelfstandig naamwoord

de rozenhoutboomm

  1. (bloemplanten) Aniba rosaeodora   een boom uit de ondergroei van het regenwoud van Zuid-Amerika. De soort is eerst geldig beschreven door Ducke in 1928 en is volgens Plant List een aanvaarde naam. Echter volgens Franciscon en Miranda is de soortnaam rosaeodora, ingevolge ICN Art. 60.8 e Rec. 60G1 (Melbourne Code, 2011), veranderd in rosiodora, maar Plant list en wikispecies handhaven d.d 2020 nog de oude naam
Hyperoniemen


Gangbaarheid

Meer informatie