Nederlands

 
vrouw met rouwkrans
Uitspraak
Woordafbreking
  • rouw·krans
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord rouwkrans rouwkransen
verkleinwoord rouwkransje rouwkransjes

Zelfstandig naamwoord

de rouwkransm

  1. een bloemenkrans ter herdenking aan een dode
    • Sommige nabestaanden huilden, toen zij acaciatakken op een rouwkrans voor de slachtoffers legden. [2] 
    • Ook Oleksij Matsoeka, hoofdredacteur van Novosti, heeft al bedreigingen ontvangen. Blijkbaar hebben de autoriteiten het moeilijk met de onafhankelijke berichtgeving in zijn onlinekrant. Hij is het gewend. De voorbije jaren werd de deur van zijn flat al eens in brand gestoken en werd er een rouwkrans afgeleverd (R.I.P. Oleksij Matsoeka). Sinds een bende vorig jaar de redactie wilde binnenvallen, gaat de deur altijd op slot. [3] 
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Tubantia 07-augustus-2014
  3. Volkskrant JAN HUNIN 6 februari 2014