• ro·ta·tie·snel·heid
enkelvoud meervoud
naamwoord rotatiesnelheid rotatiesnelheden
verkleinwoord

de rotatiesnelheidv

  1. het aantal omwentelingen dat iets of iemand maakt per tijdseenheid
     "Ik was een nieuwe sprongencombinatie aan het oefenen, die alleen de wereldtop bij de vrouwen doet. Daarmee neem je natuurlijk wat risico. Tijdens mijn laatste sprong had ik mijn benen niet goed vast, waardoor ik rotatiesnelheid miste. Als je dat doet bij een drievoudige salto voorover met een halve schroef, dan val je als een vogeltje naar beneden. In dit geval was het 'head first' en was het minder goed nieuws", kijkt Blekkink nu terug op haar val.[2]
     Samodoerova sloeg daarop resoluut toe. Ze reed op muziek van Cher en Christina Aguilera foutloos en maakte veel indruk met haar rotatiesnelheid in de sprongen en haar grote lichtvoetigheid. Zagitova bleef nog wel de Finse Viveca Lindfors voor en mocht zich troosten met zilver.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Gebroken nekwervel heeft grote impact op trampolinespringster Blekkink” (8 juni 2018, 06:04), NOS
  3.   Weblink bron “Kunstschaatster Samodoerova onttroont Zagitova en pakt EK-goud” (25 januari 2019, 20:41), NOS