Rookverbod.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • rook·ver·bod
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord rookverbod rookverboden
verkleinwoord rookverbodje rookverbodjes

Zelfstandig naamwoord

het rookverbodo

  1. een verbod om te roken
    • Het rookverbod is per 1 juli 2008 in de horeca ingevoerd. 
     Eindelijk weer eens goed nieuws voor rokers! Jarenlang is het uitwasemen van tabakswalmen verketterd. Schreeuwende boodschappen op sigarettenpakjes, rookverbod en anti-rookreclames.[1]
    • Nieuw-Zeeland wil een rookverbod voor jongeren [2] 
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Roken is voor bollebozen!” (tobacco smell), HP de Tijd
  2. www.parool.nl (16 apr 2021)