• rond·pom·pen

rondpompen [2]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
rondpompen
pompte rond
rondgepompt
zwak -t volledig
  1. met behulp van een pomp een gas of vloeistof laten circuleren
     Gezondheidsingenieur Francesco Franchimon vindt dat er meer aandacht moet zijn voor deze mogelijke besmettingsroute, en het belang van goede ventilatie. "Het gaat allemaal om het verdunnen van het virus. Dus blijf een ruimte ventileren. Dat betekent: niet het virus rondpompen, maar verse lucht inbrengen."[3]
     Die luchtreinigers zijn mobiele circulatie-apparaten die lucht rondpompen en aerosolen met een plasmafilter neutraliseren. "Een goed apparaat kan 98 procent van de aerosolen tegenhouden", zegt Blocken. Hoewel hij dus nog een slag om de arm houdt, denkt hij dat het voor sportscholen een oplossing kan zijn om verantwoord open te blijven.[4]
  2. (figuurlijk) laten circuleren in het algemeen en van geld in het bijzonder
  1. rondpompen op website: Etymologiebank.nl
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3.   Weblink bron “Naar een openbaar toilet? Dan doortrekken met gesloten deksel tegen corona” (VR 15 MEI 2020), NOS
  4.   Weblink bron “Luchtreinigers mogelijk oplossing voor ventilatie in sportscholen” (ZA 15 AUGUSTUS 2020), NOS