rombouten
- (IPA in voorbereiding)
- rom·bou·ten
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rombouten | |
verkleinwoord |
de rombouten mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord rombout
- meervoudsvorm als officiële benaming (libellen) Gomphidae een familie van libellen uit de onderorde van de echte libellen (Anisoptera)
- meervoudsvorm als officiële benaming (libellen) Gomphus een geslacht van bovenstaande familie. De wetenschappelijke naam van het geslacht werd in 1815 voorgesteld door William Elford Leach. Hij plaatste er alleen de soort Libellula vulgatissima van Carl Linnaeus in, waarmee die automatisch de typesoort is
- Algerijnse rombout, beekrombout, cazumatanglibel, donkere tanglibel, gaffellibel, gaffellibellen, gele rombout, gestreepte haaklibel, gevorkte rombout, golftanglibel, groene haaklibel, grote tanglibel, haaklibellen, kleine tanglibel, levantrombout, levanttanglibel, Moorse tanglibel, plasrombout, rivierrombout, rivierrombouten, Syrische rombout, tanglibellen, Turkse rombout, vaandeldrager, vaandeldragers, vale tanglibel
- Het woord 'rombouten' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.