romanschrijfster
- ro·man·schrijf·ster
- samenstelling van roman zn en schrijfster zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | romanschrijfster | romanschrijfsters |
verkleinwoord | romanschrijfstertje | romanschrijfstertjes |
de romanschrijfster v
- (beroep) (kunst) vrouw die fictie boeken schrijft
- ▸ Amélie de Mansfeld - dit is geen roman van Madame de Souza maar van de Franse romanschrijfster Sophie Cottin (1770-1807), die werd gepubliceerd (in 4 delen) in 1803.[2]
- ▸ Dorrestein had al lang de droom romanschrijfster te worden, toen het haar in 1983 lukte de roman Buitenstaanders uitgegeven te krijgen. Ze werd een van de best gelezen Nederlandse schrijvers, in een voor Nederland uniek genre, dat 'gothic novel' wordt genoemd. Het is een moderne variant van 18e- en 19e-eeuwse Engelse gruwelverhalen die zich in duistere kastelen afspelen.[3]
1. vrouw die fictie boeken schrijft
- Het woord romanschrijfster staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “Oorlog en Vrede” (1869), van Oorschot, ISBN 978902825115 1
- ↑ Weblink bron “Renate Dorrestein had een 'serieuze luchthartigheid' over zich” (06-05-2018), NOS