• rol·be·ves·ti·gend
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen rolbevestigend rolbevestigender rolbevestigendst
verbogen rolbevestigende rolbevestigendere rolbevestigendste
partitief rolbevestigends rolbevestigenders -

rolbevestigend

  1. van gedragingen dat het de rolpatronen of vooroordelen bevestigd
    • Maar in Duitsland is het huilen met de pet op: magazines vertellen nog steeds hoe je je vriendje moet plezieren en allerlei andere rolbevestigende dingen. Er verschijnen nog elke week artikels met tips als “je mag als meisje niet te luid praten, want dan worden de jongens bang”.’ [1] 
    • Een kleuterschool in Noorwegen viert dit jaar geen carnaval. De school vindt dat verkleedkleren voor de kinderen veel te rolbevestigend zijn en blaast daarom het hele feest af. Volgens persbureau AP wil de schoolleiding niet dat de jongens weer als superheld en de meisjes weer als prinses verkleed komen. [2] 
  1. de Standaard ZATERDAG 8 JULI 2017
  2. Tubantia 12-januari-2017