Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • ro·de roof·wants
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord rode roofwants rode roofwantsen
verkleinwoord rood roofwantsje rode roofwantsjes

Zelfstandig naamwoord

de rode roofwantsv / m

  1. (halfvleugeligen) Rhinocoris iracundus   een wants uit de familie roofwantsen of Reduviidae. Een andere naam is moordwants, naar de Engelse naam 'assasin-bug'
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie