ritprijs
- rit·prijs
- samenstelling van rit zn en prijs zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ritprijs | ritprijzen |
verkleinwoord |
de ritprijs m
- het geldbedrag dat aan de vervoerder verschuldigd is als betaling voor het vervoer over een bepaald traject
- ▸ Ik neem aan dat u de volledige ritprijs vraagt om mij hier verder door het donker te laten kuieren?[1]
- ▸ Bij een van hen viel een rit naar Woerden wel heel duur uit: in totaal werd 3700 euro van zijn creditcard afgeschreven, terwijl was afgesproken dat de rit 100 euro zou kosten. Toen de taxi bij de bestemming aankwam, liet de chauffeur een soort gps-systeem zien met daarop een ritprijs van 777,35 euro.[2]
- Het woord ritprijs staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ “Advocaat van de Hanen” (1990), De Bezige Bij , ISBN 9789023479925
- ↑ Weblink bron “Taxichauffeur lichtte toeristen op: 3700 euro voor rit van Schiphol naar Woerden” (01-11-2020), Tubantia