Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ring·an·ker
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ringanker ringankers
verkleinwoord ringankertje ringankertjes

Zelfstandig naamwoord

het ringankero

  1. (scheepvaart) anker met een ring bovenaan
  2. (elektrotechniek) ringvormig anker van een elektrische machine met de daarop aangebrachte ringwikkeling

Gangbaarheid