Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • rijst·pap
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord rijstpap rijstpappen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de rijstpapm

  1. (voeding) gerecht van rijst met melk gekookt (en die men b.v. kan eten door het met bruine suiker en kaneel te bestrooien)
    • In de hemel eten ze rijstpap met gouden lepeltjes. [1]
Synoniemen

Gangbaarheid

87 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen