(verkeer) spoor in weg of grond ontstaan door het rijden met een wagen; spoor in de weg om op te rijden
Sommige bestuurders proberen via een onverantwoord tracé deze omlegging te vermijden. Ze nemen toch de Gebroeders Naudslaan en slaan op het einde linksaf. Daar negeren ze het verbodsteken en rijden op het afzonderlijke fietspad dat onder de viaduct van de N 49 loopt tot de oversteek van de R4. Ten slotte rijden ze door het gras om op de R4/Kennedylaan of de oprit naar de N49 te geraken. De rijsporen op het gras getuigen daarvan.[1]
De aardeweg kreeg twee rijsporen in beton, met gras in het midden. Op die manier blijft het landelijk karakter bewaard, maar kunnen fietsers en voetgangers de verbindingsweg toch vlotter gebruiken als alternatief voor de N282', vervolgt Van Vaerenbergh.[2]