rijkskosten
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: rijkskosten (hulp, bestand)
Woordafbreking
- rijks·kos·ten
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rijkskosten | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- op rijkskosten: op kosten van het rijk; dat de landelijke overheid het benodigde geld betaalt
- ▸ Maar zodra het om geld gaat, ligt het anders. Willem-Alexander kwam in het nieuws vanwege voorzieningen op rijkskosten rond zijn vakantiehuis in Griekenland, de aanschaf van een dure dienstauto en een speedboot en het plaatsen van gerieflijke 'werkcontainers' in de tuin van zijn landhuis in Wassenaar.[2]
Gangbaarheid
- Het woord rijkskosten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Als er kritiek is op de koning, gaat het altijd over geld” (Zaterdag 27 februari 2016, 08:56), NOS