rijdt grijs
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: rijdt grijs (hulp, bestand)
- IPA: / ˈrɛit ˈɣrɛis / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- rijdt grijs
Woordherkomst en -opbouw
- uit rijdt (werkwoord) en grijs (bijvoeglijk naamwoord), hiertussen kunnen nog andere woorden staan
Werkwoord
vervoeging van |
---|
grijsrijden |
rijdt (…) grijs
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van grijsrijden
- Jij rijdt grijs.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van grijsrijden
- Hij rijdt grijs.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van grijsrijden
- Rijdt grijs!
Gangbaarheid
- Het woord rijdt grijs staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.