Nederlands

 
1. Een riemslot.
Uitspraak
Woordafbreking
  • riem·slot
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord riemslot riemsloten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het riemsloto

  1. sluiting van een autogordel
     Twee van de drie verankeringen zitten aan de stoel, het riemslot is in de versterkte deurstijl gemonteerd.[1]
  2. afsluiting aan het uiteinde van een stevige en buigzame band die is bevestigd aan het af te sluiten voorwerp (koffer, bijbel, dagboek)
     Schotse ruitkoffers. voor sportieve jongemensen, rits en riemslot v.a. 29.95[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron "Zelfdenkende" gordel van Ford in: de Stem, jrg. 114 nr. 17463 (12 oktober 1974), p. 23 kol. 7/8
  2.   Weblink bron
    Van Deelen Diana
    advertentie: Uw reis begint voordeliger bij Diana in: de Stem, jrg. 113 nr. 17354 (13 juni 1973), p. 20 kol. 1