Nederlands

 
Onvolwassen of vrouwtje reuzenpitta in het vogelpark Walsrode  , Duitsland.
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • reu·zen·pit·ta
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord reuzenpitta reuzenpitta's
verkleinwoord reuzenpittaatje reuzenpittaatjes

Zelfstandig naamwoord

de reuzenpittav / m

  1. (zangvogels) Hydrornis caeruleus   een vogelsoort uit de familie van pitta's (Pittidae)
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie