• re·sur·rec·tie
enkelvoud meervoud
naamwoord resurrectie resurrecties
verkleinwoord

de resurrectiev

  1. het weer tot leven komen na eerder gestorven te zijn
     "In Kubo and the two strings zien we onder meer de resurrectie van een enorm skelet met talloze zwaarden in zijn hoofd.[3]
72 % van de Nederlanders;
74 % van de Vlamingen.[4]
  1. resurrectie op website: Etymologiebank.nl
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3.   Weblink bron “Welke nieuwe films kun je deze week zien in Amsterdam?” (24 augustus 2016), Het Parool
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be