• re·pre·sen·ta·tief
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen representatief representatiever representatiefst
verbogen representatieve representatievere representatiefste
partitief representatiefs representatievers -

representatief

  1. met bepaalde kenmerken een groep of geheel vertegenwoordigend
    • Dat vonden we toch wel een representatieve steekproef. 
  2. een goede indruk makend
    • Hij had een representatief uiterlijk. 
     Het was onduidelijker wat ze bedoelde met er representatief uitzien. Waarschijnlijk waren het gewoon ingewikkelde woorden voor heel mooi zijn.[1]
99 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[2]
  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Echte Amerikaanse jeans” (2017), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044632767
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be