representatief
- Geluid: representatief (hulp, bestand)
- IPA: /rəprəzəntɑ'tif/, /reprezɛnta'tif/
- re·pre·sen·ta·tief
- afgeleid van representatie met het achtervoegsel -ief
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | representatief | representatiever | representatiefst |
verbogen | representatieve | representatievere | representatiefste |
partitief | representatiefs | representatievers | - |
representatief
- met bepaalde kenmerken een groep of geheel vertegenwoordigend
- Dat vonden we toch wel een representatieve steekproef.
- een goede indruk makend
- Hij had een representatief uiterlijk.
- ▸ Het was onduidelijker wat ze bedoelde met er representatief uitzien. Waarschijnlijk waren het gewoon ingewikkelde woorden voor heel mooi zijn.[1]
- Het woord representatief staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "representatief" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Echte Amerikaanse jeans” (2017), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044632767
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be