rentree
- ren·tree
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘herintrede’ voor het eerst aangetroffen in 1913 [1]
- uit het Frans
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rentree | rentrees |
verkleinwoord |
- terugkomen van weggeweest te zijn
- Pascale Peraïta zal vandaag nog niet naar Samusocial terugkeren, maar haar mogelijke rentree blijft voorwerp van controverse én een juridisch steekspel. [2]
- Golfer Bae Sang-moon maakt deze week zijn rentree op de PGA Tour na een uitstapje van twee jaar naar het Zuid-Koreaanse leger. [3]
- In het jaar dat Batman en Spider-Man, de succesvolste superhelden als het om bioscooprecette gaat, hun rentree maakten, gingen The Avengers er met de zilvervloot vandoor. Het computereffectenspektakel, dat 184 miljoen euro had gekost, verdiende zich in het openingsweekend al bijna terug. [4]
- (kaartspel) kaart waarmee men weer aan slag komt
- Het woord rentree staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "rentree" herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
80 % | van de Vlamingen.[5] |
- ↑ "rentree" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ de Standaard VRIJDAG 6 OKTOBER 2017
- ↑ Tubantia Bert van der Linden 05-oktober-2017
- ↑ Volkskrant Bart Koetsenruijter 25 september 2017
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be