relayeren
- re·lay·e·ren
- uit het Frans
relayeren [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
relayeren |
relayeerde |
gerelayeerd |
zwak -d | volledig |
- vermoeide paarden inwisselen voor verse
- een radiosignaal opnieuw en krachtiger heruitzenden
- [2] doorgeven
- Het woord relayeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "relayeren" herkend door:
34 % | van de Nederlanders; |
46 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be