rekenaar
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- re·ke·naar
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van rekenen met het achtervoegsel -aar[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rekenaar | rekenaars |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de rekenaar m
- (informatica) apparaat waarmee men kan rekenen, computer
- (wiskunde) (beroep) iemand die beroepshalve de numerieke wiskunde beoefent
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord rekenaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "rekenaar" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Afrikaans
Uitspraak
Zelfstandig naamwoord
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rekenaar | rekenaars |
rekenaar
- (informatica) computer m; een machine die berekeningen uit kan voeren.