regelmatigheid
- re·gel·ma·tig·heid
- Afgeleid van regelmatig met het achtervoegsel -heid
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | regelmatigheid | regelmatigheden |
verkleinwoord | - |
de regelmatigheid v
- Het volgen van vaste regels, met alles op de juiste plaats en met een vaste tijdsduur ertussen
1.Het volgen van vaste regels
- Het woord regelmatigheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.