1. Een reflexbeweging van de achterpoot van een hond die gekrabbeld wordt.
  • re·flex·be·we·ging
enkelvoud meervoud
naamwoord reflexbeweging reflexbewegingen
verkleinwoord - -

de reflexbewegingv

  1. (fysiologie) automatische reactie van spieren op een prikkel waardoor de stand van een lichaamsdeel verandert
     Toen namelijk de Spruce Goose tijdens de aanloop een snelheid van iets meer dan 70 (land)mijlen per uur had bereikt verliet het vliegtuig spontaan het water als gevolg van de neergelaten vleugelkleppen. Hughes was hierdoor zodanig onthutst dat hij, in een reflexbeweging, de gashandles terug nam om ze onmiddellijk daarna weer naar voren te duwen en vervolgens de vlucht te beëindigen met een perfecte landing.[2]
     Het ging hier om direct control spieren die de vlieg gebruikt om tijdens reflexbewegingen toch stabiel in de lucht te blijven.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    A.A. van Wijk
    “Spruce goose” (9 juni 1994) op nrc.nl  
  3.   Weblink bron
    Marcel aan de Brugh
    “Vleugelstompjes zijn ommisbaar voor een snelle wendbare vlieg” (11 april 1998) op nrc.nl