reddeloosheid
- red·de·loos·heid
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | reddeloosheid | reddeloosheden |
verkleinwoord |
de reddeloosheid v
- het reddeloos zijn
- De reddeloosheid van de vluchtelingen was heel treurig.
- Het woord reddeloosheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.