Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • re·cla·me·ma·ker
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord reclamemaker reclamemakers
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

reclamemaker m

  1. bedenker of vervaardiger van uitingen waarmee aanbieders hun producten en diensten kunnen aanprijzen bij mogelijke afnemers
     Toch hoopt defensie uiteindelijk net zo behendig te worden in beïnvloeding als reclamemakers. „Die zijn zo goed, dat je vaak iets koopt zonder dat je beseft dat je in het verleden al beïnvloed bent.”[1]
    1. (beroep) die aanprijzingen bedenkt of vervaardigt
       "Elke goede reclamemaker moet zich kunnen inleven in een doelgroep. Dat is ons vak," zegt freelance creatief Liesbeth Maliepaard.[2]
    2. (bedrijf) onderneming waaar aanprijzingen worden bedacht of vervaardigd
       Lily van den Berg, woordvoerder van Jumbo, zegt dat door de overname van Super de Boer de keten in 2010 grote stappen zal maken. Daardoor was het tijd voor een ander bureau. De drie kanshebbende reclamemakers zijn de bureaus N=5 (…), Doom&Dickson (…) en BBDO (…).[3]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Wouter van Loon
    “Kabinet wil ander voer voor vee” (31 oktober 2019) op nrc.nl
  2.   Weblink bron
    Kim van der Meulen
    “Gezocht: reclamemaker (v), en niet alleen voor lippenstift en maandverband” (11 januari 2018) op parool.nl
  3.   Weblink bron “Jumbo zoekt andere reclamemaker” (22 december 2009) op levensmiddelenkrant.nl