reclamejongen
- re·cla·me·jon·gen
- samenstelling van reclame en jongen
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | reclamejongen | reclamejongens |
verkleinwoord |
de reclamejongen m
- iemand die reclame maakt (spottend)
- Die reclamejongens hebben altijd mooie praatjes maar vertellen zelden de waarheid.
- Het woord reclamejongen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.