Een oude reclameboodschap op een gevel in de Borgerstraat te Amsterdam.
  • re·cla·me·bood·schap
enkelvoud meervoud
naamwoord reclameboodschap reclameboodschappen
verkleinwoord - -

de reclameboodschapv

  1. bepaalde aanprijzing van een product of leverancier
     Voor een commercial worden acteurs ingehuurd, die de reclameboodschap zelf niet verder verspreiden. YouTubers, die via hun kanaal een eigen publiek hebben, doen dat wel.[2]
     Toen de tv eenmaal in elk huishouden stond, kon je met één reclameboodschap tot 80 procent van de Amerikanen tegelijkertijd bereiken.[3]
     Volgens Beltman heeft een waarschuwing bij een reclameboodschap geen effect. „Je zegt in de reclame minutenlang: ‘Alcohol is lekker! Drink vooral alcohol!’ En daar roep je dan snel achteraan: ‘Maar, wees wel voorzichtig!’ Dat ontbrekende effect geldt ook voor suiker, tabak én leningen.”[4]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    Romy van der Poel
    “Het mag niet op reclame lijken” (4 april 2017) op nrc.nl  
  3.   Weblink bron
    Peter Zantingh
    “Nepnieuws 1835: vleermuismensen op de maan” (13 februari 2017) op nrc.nl  
  4.   Weblink bron “Let op! Waarschuwen helpt niet” (27 januari 2017) op nrc.nl