• rechts·om·keert

rechtsomkeert

  1. overgegaan in de tegengestelde bewegingsrichting, bewegend na een draai van 180°
     Weer voelde ze de neiging rechtsomkeert te maken.[2]
     De sleepboot met het schip heeft bij de spoorbrug rechtsomkeert gemaakt, meldt Omroep Brabant. Van een botsing was geen sprake.[3]
  • rechtsomkeert maken
    omkeren
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Carla de Jong
    “Geheim leven” (2019), Ambo Anthos, ISBN 9789026346132
  3.   Weblink bron “Superjacht loopt door hoog water vast op spoorbrug bij Den Bosch” (8 januari 2022), NOS
  4.   Weblink bron “rechtsomkeer, rechtsomkeert” op vrttaal.net