rechts-radicalisme

 
1. De NSV!   draagt het rechts-radicalisme uit met een betoging.
  • rechts-ra·di·ca·lis·me
enkelvoud meervoud
naamwoord rechts-radicalisme -
verkleinwoord - -

het rechts-radicalismeo

  1. (politiek) benaming voor stromingen die het eigen volk idealiseren en streven naar het invoeren van een strakke maatschappelijke ordening onder autoritaire leiding
     In zijn lezing constateert hij dat het rechts-radicalisme gekenmerkt wordt door een schaarsheid aan ideeën; dat het in strikte zin geen ideologie is, maar veeleer een ordeloze verzameling van simpele frases, die des te effectiever en destructiever zijn omdat ze eindeloos herhaald worden. Propaganda is dan ook niet een eigenschap van deze ideologie, maar de kern ervan. Het doel ervan was, aldus Adorno, ‘om de mensen in “het gepeupel” te veranderen, dat wil zeggen, massa’s bereid tot gewelddadige actie zonder enig steekhoudend politiek doel’.[1]
     Rechts-radicalisme is er in Duitsland altijd geweest”, zegt Quent. „Honderd jaar geleden had je ook extreem-rechtse stromingen die spraken van rassenzelfmoord.[2]
  1.   Weblink bron
    Thijs Lijster
    “Zo werkt de psyche van populistisch-rechts” (2 januari 2020) op nrc.nl  
  2.   Weblink bron
    Juurd Eijsvoogel & Rik Wassens
    “‘Aanslag Halle is geen daad van een eenling’” (11 oktober 2019) op nrc.nl