rechtmatigheid
- recht·ma·tig·heid
- afgeleid van rechtmatig met het achtervoegsel -heid[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rechtmatigheid | rechtmatigheden |
verkleinwoord | - | - |
de rechtmatigheid v
- (juridisch) het rechtmatig zijn
- Er was een vernietigende recensie over het nieuwe boek van de beroemde schrijver.
- ▸ De Onderwijsinspectie hoeft een vernietigend rapport over het Cornelius Haga Lyceum niet in te trekken. Het gerechtshof in Den Haag wil zich in hoger beroep niet uitspreken over de rechtmatigheid van het document.[2]
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord rechtmatigheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Tjerk Gaulthérie van Weezel en Rik Kuiper“Gerechtshof brandt vingers niet aan inspectierapport over Haga Lyceum” (24 december 2019), de Volkskrant