Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • rech·ter·pols
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord rechterpols rechterpolsen
verkleinwoord rechterpolsje rechterpolsjes

Zelfstandig naamwoord

de rechterpolsm

  1. (anatomie) het verbindende gewricht tussen de rechter onderarm en de rechter hand
     Bij de explosies raakte een speler gewond. De Spaanse verdediger Marc Bartra brak zijn rechterpols en kreeg glasscherven in zijn arm. Hij is naar het ziekenhuis gebracht en geopereerd.[1]
     De Bulls speelden zonder Dwyane Wade en Paul Zipser, die beiden vanwege blessures niet in actie kwamen. De 35-jarige Wade heeft een gekneusde rechterpols en werd donderdagochtend ook nog eens ziek wakker. Coach Fred Hoiberg hoopt Wade binnen twee weken weer terug te zien.[2]
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Politie: explosies waren gerichte aanval op Borussia Dortmund” (11 april 2017, 23:46), NOS
  2.   Weblink bron “Butler schenkt Bulls in slotseconde zege op Celtics” (17 februari 2017, 07:05), NOS