rechercheren
- re·cher·che·ren
- afgeleid van het Franse rechercher (met het achtervoegsel -eren) [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
rechercheren |
rechercheerde |
gerechercheerd |
zwak -d | volledig |
rechercheren [2]
- een onderzoek instellen, onderzoeken, naspeuren, opsporen
1.
- Het woord rechercheren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "rechercheren" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
84 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ rechercheren op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be