• re·cher·che
enkelvoud meervoud
naamwoord recherche recherches
verkleinwoord - -

de recherchev / m

  1. een afdeling van de politie die als taak heeft misdrijven op te lossen
  2. de naspeuring van ongeoorloofde handelingen, het rechercheren
99 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[3]


vervoeging van
rechercher

recherche

  1. eerste en derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van rechercher
  2. eerste en derde persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van rechercher
  3. tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs (impératif présent) van rechercher