• rad·vor·mig
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen radvormig radvormiger radvormigst
verbogen radvormige radvormigere radvormigste
partitief radvormigs radvormigers -

radvormig

  1. vorm van een rad hebbend
    • Ik kocht voor mijn vrouw een collier van Blauw Agaat van A-1 kwailiteit bestaande uit -38- parels, die radvormig zijn geslepen. 
86 % van de Nederlanders;
93 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be