radiocommercial
- ra·dio·com·mer·ci·al
- samenstelling van radio zn en commercial zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | radiocommercial | radiocommercials |
verkleinwoord |
de radiocommercial m
- aanprijzing van een product of een dienst tijdens een radio-uitzending
- ▸ Terwijl ze pagina's slogans zat te schrijven, of op zoek was naar een concept voor een radiocommercial die geschikt was voor een langlopende campagne en bij voorkeur ook nog in de prijzen zou kunnen vallen, vond hij het een goed idee om op twintig centimeter afstand van haar elleboog de afwasmachine uit te ruimen.[1]
- ▸ IT-bedrijf Incentro is de 'winnaar' van de eerste Loden Radioleeuw. Dat is de prijs voor de irritantste radiocommercial. In het spotje worden ouders opgeroepen om hun kind Incentro te noemen. Daarmee wilde het bedrijf zo veel mogelijk aandacht trekken.[2]
- Het woord radiocommercial staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ “Onder buren” (2021), Ambo/Anthos uitgevers , ISBN 9789026356186
- ↑ Weblink bron “Incentro is irritantste radioreclame” (zaterdag 14 januari 2017, 16:39), NOS