röntgen
- rönt·gen
- [1] eponiem, genoemd naar de Duitse 19e-eeuwse natuurkundige W. Röntgen , de ontdekker van niet-zichtbare elektromagnetische straling [1] [2]
- [2] (verkorting) van röntgenstraling [3]
- [3] (verkorting) van röntgenafdeling
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | röntgen | - |
verkleinwoord | - | - |
de röntgen m
- (eenheid) eenheid van hoeveelheid röntgenstraling (geen SI-eenheid)
- ▸ Maar ze had levercirrose. De dosis straling in haar lever was achtentwintig röntgen.[4]
- vooral als linkerdeel van samenstellingen: elektromagnetische straling met een golflengte groter dan die van ultraviolet licht, maar kleiner dan die van gammastraling
- ▸ „Röntgen blijft toch schadelijke straling: artsen staan met een loodschort aan”, zegt Van Meurs.[5]
- ▸ „Een van de problemen van radiotherapie met röntgen is dat een groot deel van de stralingsenergie niet in de tumor terechtkomt, maar in het gezonde weefsel ervóór en – in mindere mate – erachter”, zegt Hans Langendijk, hoogleraar radiotherapie in het Universitair Medisch Centrum Groningen en voorzitter van het Landelijk Platform Protonentherapie.[6]
- plaats waar x-stralen worden gebruikt om foto's te maken die de binnenkant van een lichaam of voorwerp laten zien
- ▸ „Dergelijk handelen brengt de veiligheid van de burgerluchtvaart ernstig in gevaar’’, staat in de ontslagbrief van het bedrijf. Dat rekent het de man ook aan niet te hebben gemeld dat tijdens het desbetreffende weekend niet alle vracht door de röntgen is gegaan.[7]
- ▸ Dankzij röntgendiagnostiek, radiotherapie en nucleaire geneeskunde zijn heel wat patiëntenlevens gered. Maar ioniserende straling kan ook kanker veroorzaken. De kans daarop is gering doordat meestal lage stralingsdoses worden gebruikt en vooral oudere mensen naar de röntgen gaan.[8]
2. elektromagnetische straling met een golflengte groter dan die van ultraviolet licht, maar kleiner dan die van gammastraling
|
vervoeging van |
---|
röntgenen |
röntgen
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van röntgenen
- Ik röntgen.
- gebiedende wijs van röntgenen
- Röntgen!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van röntgenen
- Röntgen je?
- Het woord röntgen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "röntgen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[9] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ röntgen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Svetlana AleksiëvitsjStemmen uit Tsjernobyl in: De Gids., jrg. 168 nr. 7/8 (juli/augustus 2005), Balans, Amsterdam, p. 621
- ↑ Weblink bron Liza van Lonkhuyzen“Chirurg snijdt straks in een hologram” (29 oktober 2019) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron Huup Dassen“Straling die alleen de tumor treft” (31 augustus 2013) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron Anne van der Schoot“Onbevoegde collega’s tekenden wel vaker iets af” (1 juni 2021) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron Wim Köhler“De kwaal is erger dan het middel” (12 oktober 1995) op nrc.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be