• Van Middelengels quit. De betekenis zwakte vanaf de 19e eeuw af van "compleet, helemaal, volledig" naar "grotendeels", maar ook de eerste betekenis is blijven bestaan.[1]

quite

  1. helemaal, volledig
  2. behoorlijk, nogal, tamelijk, vrij
  3. daadwerkelijk, in werkelijkheid
  1. quite, Online Etymology Dictionary


vervoeging van
quitar

quite

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van quitar
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van quitar
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van quitar