Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • put·galg
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord putgalg putgalgen
verkleinwoord putgalgje putgalgjes

Zelfstandig naamwoord

de putgalgv / m

  1. constructie boven een waterput die dient om een emmer in de put te laten zakken en weer op te hijsen
    • De putgalg begaf het en moest vervangen worden. 

Gangbaarheid

28 % van de Nederlanders;
29 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be