• punc·tie
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘prik’ voor het eerst aangetroffen in 1521 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord punctie puncties
verkleinwoord punctietje punctietjes

de punctiev

  1. (medisch) een prik met het doel iets uit het lichaam te verwijderen
99 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[3]