Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • puf·heet
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen pufheet
verbogen pufhete
partitief pufheets

Bijvoeglijk naamwoord

pufheet [1]

  1. zo warm dat men ervan moet puffen
     Lang heeft onze vrouw met het fototoestel niet moeten zoeken op deze pufhete festivaldag. En wat waren jullie willing and able: spontaan de topjes uit, alles voor de foto![2]

Gangbaarheid

38 % van de Nederlanders;
59 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “FOTOSPECIAL. Rock Werchter, de bikinispecial” (30/06/2012), De Standaard
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be