puffen
- puf·fen
- In de betekenis van ‘blazen’ voor het eerst aangetroffen in 1481 [1]
- ww: van Middelnederlands puffen, klanknabootsing [2]
- zn: puf met de uitgang -en
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
puffen |
pufte |
gepuft |
zwak -t | volledig |
puffen
- inergatief bij herhaling een kleine hoeveelheid gas uitstoten
- (bij mensen) lucht uitblazen wegens benauwdheid
- ▸ In Nederland is het warm, maar in Frankrijk en Spanje is het warmer, warmst. De hittegolven slaan toe in Zuid-Europa en toeristen puffen en zweten erop los. Hoe wapen je je onderweg naar je vakantiebestemming tegen de verzengende hitte? En hoe zorg je ervoor dat je koel blijft op de camping? NU.nl vroeg het enkele deskundigen.[3]
- (bij mensen) stotend ademhalen tijdens het bevallen van een kind of als onderdeel van zwangerschapsgymnastiek
- (bij mensen) rook uitblazen bij het roken van tabak
- (bij mensen) een inhalator gebruiken
- (bij voertuigen en apparaten met motoren en stoommachines) met een regelmatig geluid uitlaatgassen uitstoten
- (bij mensen) lucht uitblazen wegens benauwdheid
- overgankelijk (verouderd) zich niks aantrekken van, trotseren
de puffen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord puf
- Het woord puffen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "puffen" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ "puffen" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Hittegolf in Zuid-Europa: zo houd je je hoofd koel op (weg naar) de camping” (13 juli 2022), NU.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
puffen
- lucht uitblazen van benauwdheid