publicitair
- Geluid: publicitair (hulp, bestand)
- pu·bli·ci·tair
- afgeleid van het Franse publicitaire met het achtervoegsel -air
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | publicitair | publicitairder | publicitairst |
verbogen | publicitaire | publicitairdere | publicitairste |
partitief | publicitairs | publicitairders | - |
publicitair
- op de publiciteit betrekking hebbend
- ▸ Zakelijk gezien was het precies hetzelfde als wat tien jaar geleden in Zweden plaatsvond toen een kleine linkse groep een soort contraspionage opbouwde die zich richtte tegen de militaire inlichtingendienst, wat geëindigd was in een publicitaire catastrofe en een volledig platgelegd agentennetwerk.[1]
- Het woord publicitair staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "publicitair" herkend door:
91 % | van de Nederlanders; |
90 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“De tweede doodzonde” (2020), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044645149
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be