Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pu·bli·ci·tai·re

Bijvoeglijk naamwoord

publicitaire

  1. verbogen vorm van de stellende trap van publicitair
     Zakelijk gezien was het precies hetzelfde als wat tien jaar geleden in Zweden plaatsvond toen een kleine linkse groep een soort contraspionage opbouwde die zich richtte tegen de militaire inlichtingendienst, wat geëindigd was in een publicitaire catastrofe en een volledig platgelegd agentennetwerk.[1]

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “De tweede doodzonde” (2020), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044645149